SLAAPPROBLEMEN VOORSPELLEN COMORBIDE GEDRAGSSPROBLEMEN EN DEPRESSIE
Slaapproblemen
voorspellen comorbide gedragssproblemen en depressie bij adolescenten met ADHD
Samenvatting artikel door N. Buitelaar, d.d. 23/11/14
Doel
studie:
Het doel van deze studie (Becker, Langberg, & Evans, 2014) was het onderzoeken of
slaapproblemen een toename voorspellen van angst, depressie en/of externaliserende
gedragsstoornissen bij een sample van 81 jonge adolescenten met ADHD. 61 Jongens
en 20 meisjes tussen de 10 en 14 jaar oud deden mee aan de studie; allen
gediagnosticeerd met ADHD, het inattente subtype of het gecombineerde type. 41%
van de sample gebruikte medicatie bij aanvang van de studie (t1) en 47%
gebruikte medicatie op het tweede meetmoment (t2). De deelnemers kwamen uit een
controle groep voor een RCT, allen ontvingen community care treatment.
Meetinstrumenten:
De P-ChIPS (Parent version of Children’s Interview for Psychiatric Syndromes)
werd gebruikt voor het vaststellen van
een ADHD diagnose en voor comorbide stoornissen. Bij aanvang van de studie
had 33% een comorbide angst of depressie en 54% had comorbide ODD of CD.
Slaapproblemen werden gemeten op t1
en t2 door 6 items van de CBCL, te weten: nachtmerries, oververmoeid zonder
goede reden, slaapt minder dan andere kinderen, slaapt meer dan andere
kinderen, last met slapen en praat of wandelt in slaap. Een hogere score op
deze items werd geassocieerd met meer slaapproblemen.
De ernst van de ADHD/ ADD werd
bepaald op t1 en t2 door een score op de DBD (disruptive behavior disorder
rating scale – door ouders ingevuld). Baseline metingen werden als covariaat in
de analyses meegenomen.
Externaliserende gedragsproblemen
werden gemeten p[ t1 en t2 door ouderscores op de SSIS (Social Skills
Improvement System, externalizing problems subscale).
Depressie werd gemeten op t1 en t2
door self-report scores op de RADS-2 (Reynolds Adolexent Depression Scale).
Angst werd gemeten op t1 en t2 door
self-report scores op de MASC (Multidimensional Anxiety Scale for Children).
Resultaten:
Comorbide ODD/CD diagnose, externaliserende problemen, inattentie en
hyperactiviteit/impulsiviteit op t1 waren allen gecorreleerd met ODD/CD symptomen
op t2.
Slaapproblemen waren niet gecorreleerd met medicatiegebruik (op t1 of t2).
Medicatiegebruik was niet gecorreleerd met andere maten op t2.
Regressie analyses werden uitgevoerd met de volgende uitkomsten:
Slaapproblemen op t1 waren significant
positief geassocieerd met meer ODD symptomen en meer externaliserende
gedragsproblemen op t2 wanneer werd gecontroleerd voor de ernst van de ADHD
symptomen en de ernst van externaliserend gedrag op t1.
Slaapproblemen op t1 waren niet
significant positief geassocieerd met meer angst symptomen op t2 wanneer er
werd gecontroleerd voor ADHD symptomen en angst op t1 maar waren wel significant positief geassocieerd met meer
depressie symptomen op t2 wanneer er werd gecontroleerd voor ADHD symptomen
en depressie op t1.
Conclusies:
De auteurs suggereren op basis van deze resultaten dat slaapproblemen
niet alleen geassocieerd zijn met externaliserende gedragsstoornissen en
depressie bij jeugdigen met ADHD maar dat ze ook een rol spelen in het
ontwikkelingstraject en dat ze een risico vormen voor het ontstaan of
verergeren van ODD/CD en depressie symptomen. De relatie tussen
psychopathologie en slaapproblemen is ingewikkeld, beide kunnen elkaar over en
weer beïnvloeden. Dit is de eerste studie die deze relatie longitudinaal
bekijkt; eerdere onderzoeken waren cross-sectioneel. Meer studies zijn nodig om
deze relatie nader te bekijken.
Meer aandacht voor slaapproblemen bij de behandeling van
jeugdigen met ADHD is zeer essentieel en één van de aanbevelingen van de
auteurs.
Becker, S. P., Langberg, J. M., &
Evans, S. W. (2014). Sleep problems predict comorbid externalizing behaviors
and depression in young adolescents with attention-deficit/hyperactivity disorder.
Eur Child Adolesc Psychiatry. doi:
10.1007/s00787-014-0636-6