PSYCHIATRISCHE STOORNISSEN BINNEN GEZINNEN: DE FAMILIE POLI
Graag wil ik
jullie aandacht vestigen op het artikel
“Psychiatrische stoornissen binnen gezinnen: een
integrale benadering via de familie poli”, geschreven door SC van Veen, NM Batelaan, LW Wesseldijk, J Rozeboom, CM
Middeldorp en gepubliceerd in het Tijdschrift voor Psychiatrie: 2016;58(2):95-104.
Omdat bij
kinderen en jongeren met ADHD bekend is dat hun behandeling minder effectief is als een ouder met ADHD niet wordt
behandeld, wil de referent u als lezer graag deelgenoot maken van de uitkomsten
van dit onderzoek.
Dit artikel
beschrijft een onderzoek gedaan op een zogenaamde “familie polikliniek”. Achtergrond van de start van deze familie poli
is het gegeven dat psychiatrische stoornissen clusteren in families.
Om de kloof
tussen kinder- en jeugdpsychiatrie en volwassenenpsychiatrie te verkleinen zijn
behandelaren binnen GGZ inGeest gestart
om ouders van aangemelde kinderen 0-18 jaar bij de kinder- en jeugdpsychiatrie
te screenen op psychiatrische stoornissen en – indien geïndiceerd – een
behandeling aan te bieden op dezelfde afdeling.
Bij de
betreffende polikliniek wordt bij 50% van de aangemelde kinderen ADHD, een
gedragsstoornis e/o PDD –NOS vastgesteld.
Het
onderzoek evalueerde de haalbaarheid en
het nut van deze werkwijze. Onderzocht werd hoeveel ouders instemmen met screening,
nadere diagnostiek en behandeling en hoeveel ouders daadwerkelijk actuele
psychische klachten hebben.
Hoe zijn de
onderzoekers nu te werk gegaan? Voorafgaand aan de intake van de kinderen werd
ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen over hun eventuele eigen klachten,
de Adult Self Report (ASR).
Bij
verhoogde scores werden ouders uitgenodigd voor een diagnostisch interview,
bestaande uit het Composite International Diagnostic Interview (CIDI versie
2.1) en de Conners’ Adult ADHD Rating Scales (CAARS).
Bij
aanwijzingen voor psychiatrische stoornissen werd een intake voor nadere
diagnostiek aangeboden en indien geïndiceerd, een behandeling.
55,7% (230 van 413 ouders) van de ouders deed
mee aan een eerste screening via de ASR. Van de 230 waren er 152 (66%) moeder
en 78 (34%) vader.
Op de ASR (screening) rapporteerden 2 op de 5
moeders (42,1%) en 1 op de 5 vaders (21,8%) klachten die kunnen duiden op een
psychische stoornis.
Binnen deze
hoog-risico groep had volgens het diagnostisch interview 37% van de moeders een
actuele as I-stoornis (< een maand geleden), tegenover 70,6% van de vaders.
Bij vrouwen
kwam een angst- of stemmingsstoornis relatief gezien het meest voor en bij
mannen een angststoornis.
Volgens de
ARS (screening) had 17.4% van de moeders en 35.3% van de vaders een (sub)
klinische score op de actuele as 1 stoornis
ADHD (binnen de afgelopen maand).
In totaal was er bij 19,1% van de gescreende
ouders een actuele psychiatrische stoornis en van hen kwam 75% in zorg
(behandeling op de familiepoli of verwezen). De voornaamste reden om niet in behandeling te
gaan voor de ouder was het niet kunnen betalen van de eigen bijdrage.
Van de 19.1%
% van de gescreende ouders met een actuele psychiatrische stoornis was reeds
9.1% van de ouders al in psychische zorg. Voor hen lijkt de screening via de
methodiek van de familie poli dan ook niet nodig.
Door de
screening van ouders naar psychische/psychiatrische stoornissen stijgt echter
het percentage ouders dat behandeling ontvangt daarvoor van 9.1% naar 84.1%.
De
onderzoekers concluderen dat implementatie van de familiepoli haalbaar is, al
zijn verdere inspanningen nodig om een grotere groep ouders van aangemelde
kinderen en dan met name vaders, te bereiken.
De
familiepoli lijkt nuttig, omdat ouders met psychiatrische stoornissen die tot
dan toe niet behandeld werden, worden bereikt. De kloof tussen kinder- en
jeugdpsychiatrie en de volwassenen psychiatrie wordt op deze manier weer meer
verkleind.
De
onderzoekers kunnen nog niet voorspellen of de parallelle behandeling van
ouders en kinderen een meerwaarde heeft voor het herstel van de kinderen.
Daarvoor is toekomstig vergelijkend onderzoek nodig.
[Psychopathology in families: an integral approach via
the family outpatient clinic].
van Veen SC, Batelaan NM, Wesseldijk LW, Rozeboom J, Middeldorp CM.
Via de
website van het Tijdschrift voor Psychiatrie is dit artikel gratis te downloaden:
www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/en/issues/498/articles/10771