EXPERIMENT
Door: Suzan Otten-Pablos
'Kinderen krijgen het
als snoepjes: Ritalin. Het helpt tegen ADHD. Hoe voelt het?' Het is een quote
uit het artikel 'Ritalin, wondermiddel of total loss?' in het NRC, over het Ritalinexperiment van René Gude, Daan Heerma, Tibo Guide en
Arie Boomsma. Het experiment maakt me nieuwsgierig. Hoe zou het voor mijn
kinderen met ADHD voelen zónder Ritalin? Niet te lang over nadenken, we gaan
het gewoon een dagje proberen.
Eigenlijk wil ik het
experiment uitvoeren op een geheime locatie, net als Arie Boomsma & Co.
Maar voor een optimaal effect is dat niet handig, net als overleggen met een
arts of afbouwen in de dosering. Zoon en dochter gaan gewoon een dagje,
patsboem, stoppen met de pillen, terwijl ze wel alles gaan doen, wat ze normaal
gesproken ook doen.
De dag van het
experiment begint relaxt. Deze moeder hoeft niet aan de medicijnen voor haar
kinderen te denken. Leuker kun je het niet hebben. Omdat zoon en dochter gewoon
naar school moeten, moeten ze om kwart voor acht, aangekleed, aan de
ontbijttafel zitten. Een uitdaging. Zoon is bezig om hond A te terroriseren en
dochter heeft haar zinnen gezet op hond B. Hond A en hond B zeggen hap en de
toon is gezet.
Aankleden. Tja, hoe
doe je dat met een hoofd waarin de gedachten alle kanten op gaan? Ondergoed,
T-shirt, trui, spijkerbroek, twee sokken en twee schoenen. En dat is nog maar
één kind. Zoon loopt dertien keer van beneden naar boven en andersom. Dochter
vijftien keer. Haren kammen. O jee, waar is de borstel? Brillenglazen
schoonmaken? Help. Waar is de bril? Boven? Beneden? Geen idee.
Eindelijk eten. Een
broodje met pindakaas en hagelslag. Shit, het pak hagelslag valt om. Overal
hagelslag. Mama, waar is de stofzuiger? Ach, hoeft ook niet. We roepen gewoon
hond A. Die maakt gratis en voor niks de vloer schoon en eet gelijk alle
broodjes op die nog op tafel liggen. Lunchtrommeltjes. Waar zijn de
lunchtrommeltjes? Dochter heeft het ondertussen op zoon gemunt en heeft zin in
een potje klieren. Zoon wordt boos en mept om zich heen. Raak. Dochter heeft een
bloedneus en krijst als een mager speenvarken. Boze blikken van de buren komen
door onze ramen.
Op de fiets naar
school. O jee, de fietssleutel. Alles wordt ondersteboven gegooid. Ah, daar
ligt ie. Gewoon op het plankje. We kunnen gaan. Dochter stapt op de fiets en
valt er aan de andere kant weer vanaf. Ondersteboven in de coniferen. Met de
auto dan maar. Boze blikken. Als dochter uitstapt struikelt ze over haar veters
en vergeet ze door de consternatie haar tas. En dus ook haar lunchtrommeltje.
Breng ik straks wel.
Koffie, ik wil koffie.
Voor mijn gevoel heb ik er al een halve werkdag opzitten. Uitgeblust kruip ik
achter mijn bureau om een beetje te werken. Dit houd ik tot 10 uur vol. Dan
krijg ik telefoon. Aan de andere kant hoor ik de juf. Er is geen land met zoon
te bezeilen. Zoon maakt met iedereen ruzie, heeft een grote mond en heeft zelfs
zijn middelvinger opgestoken. En dochter zit erbij als een vaatdoek. Alles gaat
bij haar het ene oor in en het andere oor uit. Of ze ziek is. Of ik ze alsjeblieft
wil komen halen.
Om half 11 zijn zoon
en dochter weer thuis. Dochter wil televisie kijken en zoon ook. De één trekt
aan de ene kant van de afstandsbediening en de andere aan de andere kant. De
afstandsbediening valt op de grond en zegt krak. Er zit geen leven meer in.
Mijn geduld begint minder te worden. Het is mijn experiment en ze kunnen er
niks aan doen. Maar toch waarschuw ik, mopper ik, schreeuw ik.
Na de lunch, die net
zo gezellig verloopt als het ontbijt, laat zoon de honden uit. Hond A ontsnapt
en maakt de wandeling alleen af. Samen zoeken we de hond. Zoon en dochter
schreeuwen door de straat, maar er komt geen hond. Een uur later zie ik iets
zwarts en is hond A weer thuis. De stoom komt inmiddels uit mijn oren.
Het boodschappen doen
besluit ik vandaag maar te laten zitten. Dat zal een spektakel worden wat
niemand mee wil maken. We eten wel een patatje. Volgens mevrouw Jorritsma moet ik met mijn kinderen een potje gaan
voetballen, maar daar geloof ik inmiddels niks meer van. De rest van de dag ben
ik bezig om het gedrag van zoon en dochter te corrigeren en door alle negatieve
aandacht zie ik mijn kinderen met de minuut kleiner worden. Het experiment is
geslaagd.
03/02/2014