ZIEKE MOEDER
door: Suzan Otten-Pablos
Mijn moeder is ernstig ziek. Ze verhuist
begin volgende week naar een gesloten afdeling in het verpleeghuis. Een tijdje
geleden hoorden we dat ze lijdt aan dementie in een vergevorderd stadium. Haar
gezondheid wordt met de dag slechter. Ze weet mijn naam niet meer, drinkt uit
een tuitbeker en is incontinent. Haar nieuwe onderkomen is het eindstation.
Een verdrietig verhaal. Mijn zus en mijn
zwager regelen de zorg voor mijn moeder alleen. Zij zijn de mantelzorgers en ik
kijk vanaf de zijlijn toe. Mijn moeder heb ik nu zeker tien jaar niet gezien.
Misschien ook wel langer niet, ik weet het niet meer precies. Wat ik wel weet,
is dat ik het contact destijds heb verbroken, omdat dit beter was. Het gaf rust
voor mijzelf en voor mijn gezin.
Voordat we elkaar uit het oog verloren,
was ze er ook meestal niet. Ze heeft bijna alle belangrijke momenten in mijn
leven gemist. Als ik ziek was, was ze er niet om mij te steunen. Bij verdriet
werd ik niet getroost. Ze was niet blij met mijn diploma en rijbewijs. Toen ik mijn
kinderen kreeg, was ze er niet bij. Onze trouwdag heeft ze gemist. En het
belangrijkste: ze heeft haar geweldige kleinkinderen niet op zien groeien. Ze
heeft nooit trots op ze kunnen zijn.
Het was geen makkelijke beslissing om te
breken en ik maakte hem zeker niet zomaar. Maar soms moet je in je leven nou
eenmaal moeilijke keuzes maken. Er was door de jaren heen te veel gebeurd. Dit
had voornamelijk te maken met mijn ADHD. In de ogen van mijn moeder kon ik
nooit iets goed doen. Mijn hele jeugd heb ik mij niet begrepen gevoeld.
Natuurlijk was het vroeger lastiger. Er
was nog niet zoveel bekend over de aandoening. Hierdoor kreeg ik dus ook niet
de juiste behandeling. Wat ik me vooral herinner is veel negativiteit. Het
constante commentaar op mijn gedrag. De vele keren dat mijn moeder me aan mijn
lange haren de trap opsleepte. Het was gewoon nooit leuk.
En dat was niet alles. Mijn moeder was
altijd ongelukkig in de liefde en ze dronk te veel. Ze was meestal alleen maar
bezig met zichzelf. Ze ging wel met mij naar hulpverleners, maar die wisten het
stuk voor stuk allemaal ook niet. De term MBD is ooit wel gevallen. Er kwam
echter nooit iemand op het idee om mij goede hulp te bieden.
Toch heb ik me nooit zielig gevoeld.
Altijd bedacht ik me dat al deze ervaringen me maakten wie ik was. En dat
gevoel heb ik nog steeds. Nadat ik de diagnose kreeg, kwam er ook eindelijk de
juiste hulp. Mijn kinderen bleken ook ADHD te hebben en met wat ik wist, kon ik
hen ook verder helpen. De grootste wens van mij is dat ze altijd thuis zullen
blijven komen en dat ze nooit zullen zeggen: we willen je niet meer zien.
Zo anders ging het dus bij mijn moeder en
mij. Maar nu is mijn moeder ziek. Volgens mijn zus wil ze mij nog heel graag
een keer zien. Weliswaar heb ik voor haar nu een andere naam, maar misschien
helpt het toch om de dingen goed af te kunnen sluiten. Komend weekend gaan we
naar haar toe. Hopelijk willen zoon en dochter mee. Ze kan dan toch nog één
keer zien hoe fantastisch mijn kinderen zijn. Misschien kan ik de jarenlange
teleurstelling van me afzetten en snapt ze ook nog een heel klein beetje dat ik
nooit boos op haar ben geweest
17-1-2019