TWEEDE PUBERTEIT
door: Suzan Otten-Pablos
Zondagmorgen. Het is nog vroeg, maar
beneden hoor ik een hoop lawaai. Zoon is duidelijk weer eens aan het ijsberen.
Dan loopt hij van de kamer naar de keuken en weer terug. Daarbij stampt hij
hard op de grond. En dit niet eventjes, maar wel honderdduizend keer. We
dreunen dan letterlijk ons bed uit. Na een tijdje ben ik er helemaal flauw van
en storm ik de trap af. “En nu is het genoeg!”
“Heb je je medicijnen wel genomen?” Geen
antwoord. Natuurlijk niet. Hij heeft zijn koptelefoon weer eens op zijn hoofd.
Vandaar dat lawaai, hij hoort zichzelf niet eens. Vooruit dan maar, ik zal de
vraag nog een keer stellen. Of beter; schreeuwen. Maar dan nu met gebaren. “Heb
je je medicijnen wel genomen?” Zoon gooit het ding hardhandig van zijn hoofd.
“Ja? Wat moet je nou?” Voor de derde keer stel ik de vraag. “Heb je je
medicijnen wel genomen?” Eindelijk een reactie. “Neeeeeee! En doe nou toch eens
een keer rustig, mens!”
Uhhh… zegt zoon nu tegen mij dat ik
rustig moet doen? Zo ongeveer het hele huis staat hier te schudden en dat komt
toch echt niet door mij. En het gebeurt ook niet alleen op zondagmorgen. Zoon
heeft een passie voor muziek en wil wat bijverdienen als DJ. Hij moet dus van
zichzelf veel oefenen en heeft daarom een echt mengpaneel gekocht, gigantische
lampen en natuurlijk geluidsboxen. Wat een herrie.
Regelmatig roep ik naar boven of het
allemaal iets zachter kan. Soms ook om iets anders. Dat we gaan eten
bijvoorbeeld. Er zijn altijd twee mogelijkheden. Óf hij hoort me niet vanwege
het volume van de muziek, óf hij hoort me niet omdat hij zijn koptelefoon weer
eens op heeft en zich heeft afgesloten van de buitenwereld. Einde van het
liedje is dat ik altijd zijn kamer moet binnenstormen en dat ik hem met
stemverheffing en gebarentaal moet zien te bereiken.
We hebben nu de afspraak gemaakt dat hij
alleen ‘s morgens beneden
mag zijn met zijn koptelefoon. Hier houdt hij zich natuurlijk nooit aan, dus ik
blijf hem erop wijzen. Dat ik normaal met hem wil communiceren, en ook dat ik
niet gediend ben van zijn grote mond. Want echt leuke dingen zegt hij op het
moment thuis meestal niet.
Natuurlijk valt het allemaal best mee. Na
heel veel lastige jaren en problemen heeft hij toch maar mooi zijn VMBO-diploma
gehaald. Hij zit nu in het tweede jaar van de opleiding verpleegkunde. Hij
loopt daarvoor ook stage en dat gaat goed. Ook geniet hij nog steeds van de
Scouting en heeft hij meer sociale contacten dan ooit.
Tot zover alleen maar een hele trotse
moeder. Want echt: ik houd zielsveel van dit aparte en eigenzinnige kind.
Alleen zijn gedrag thuis is momenteel eventjes niet zo gezellig. Het lijkt
gewoon echt of hij op zijn achttiende voor de tweede keer in de puberteit zit.
Hij zet zich gigantisch tegen ons af en er zijn momenten dat alle redelijkheid
lijkt te zijn verdwenen.
Laten we hopen dat het maar een fase is.
Door zijn ADHD zal alles wel weer in het kwadraat gaan, dus ik vrees dat ik nog
heel veel geduld moet hebben. En ach, eigenlijk heb ik ook maar één wens en dat
is dat hij later gewoon gezellig bij zijn oude moedertje op de thee komt. Dat
we toch kunnen zeggen: we hebben het samen goed gedaan!
21-10-2019