KNAP STAALTJE COMMUNICATIE
door: Suzan Otten-Pablos
Het is al laat in de avond als de deur
ineens openzwaait. Het is zoon. Hij heeft gewerkt op zijn stage in het
verzorgingstehuis en is een beetje buiten adem. “Mama, ik heb vandaag een extra gesprek gehad met mijn
stagebegeleider en mijn mentor. Ze willen me op een andere afdeling plaatsen,
want het gaat niet zo goed. De mentor wil jou ook spreken.”
Oké dan.
Rustig blijven. Dat lukt ook wel, al slaat dit nieuws bij mij toch wel in als
een bom. De afgelopen jaren dacht ik namelijk dat het ontzettend goed ging met
zoon. Op school haalt hij prachtige cijfers en over zijn stageplaatsen hoorde
ik verder ook geen bijzonderheden. Geen bericht is meestal goed bericht. Dacht
ik.
Vorig jaar waren er oudergesprekken op
school. Door omstandigheden moest ik toen verstek laten gaan. De toenmalige
mentor beloofde mij op korte termijn te bellen, zodat we bepaalde zaken in
ieder geval telefonisch af konden stemmen. Maar meneer de mentor heeft me nooit
gebeld. In plaats daarvan kreeg ik een aantekening in het systeem. ‘Moeder wil niet naar school komen voor een gesprek.’
Iedereen die mij een beetje kent, weet
dat ik het juist heel belangrijk vind om met school in gesprek te blijven en
dat ik daar heel veel voor over heb. De aantekening voelde daarom ook wel een
beetje onrechtvaardig en gemeen. Gelukkig kon ik het toch naast me neerleggen.
Er over blijven malen, had namelijk absoluut geen zin.
Met een beetje tegenzin belde ik
daarom vanmorgen naar school om een afspraak te maken met de mentor. “Dag mevrouw Otten.” “Zeg maar Suzan.”
“Ik zeg altijd mevrouw.” “Maar ik voel me nog geen mevrouw.” Even een stilte… “U
was vorig jaar ook niet op de ouderavond.” “De mentor heeft mij nooit meer
gebeld. En is dat de reden is om nu pas aan de bel te trekken? Deze manier van
communiceren, vind ik nogal teleurstellend.”
“Het gaat niet goed met zoon op stage.” Laat ik maar even
met de mentor meebuigen . “Natuurlijk, hij is soms een beetje te enthousiast en dat
moet hij leren doseren. Hij moet ook consequenter zijn met het innemen van zijn
medicijnen.” Weer een korte stilte… “Ja, maar het ging vorig jaar ook al niet
goed. Kunt u vanmiddag komen? Ik heb maar een half uurtje, maar dan leg ik het
wel uit.”
Compleet verbijsterd verbreek ik de
verbinding. Er is nooit een signaal afgegeven en nu is er ineens van alles mis.
Natuurlijk snijdt het mes aan twee kanten. Zoon had meer open naar ons moeten
zijn. Maar misschien was hij gewoon bang. Bang om te falen. Er kan zich van
alles in zijn koppie hebben afgespeeld. Daarom had school eerder moeten
ingrijpen en hem beter moeten begeleiden.
Gelukkig is het gelukt om alles een
beetje te relativeren. Zoon druk ik op het hart dat ik vroeger ook stage heb
gelopen en dat ze altijd wel iets aan te merken zullen blijven hebben. Ook als
het goed gaat. Het mag gewoon niet zo zijn dat dit ‘knappe’ staaltje
communicatie hem gaat demotiveren. Hij droomt van een baan in de zorg. Ook met
veel vallen en opstaan zal deze droom uitkomen. Dat weet ik zeker.
31-10-2019